Parallelle praktijken zijn projecten of onderzoeken die naast reguliere commerciële opdrachten bestaan. Ze zijn niet gebonden aan opdrachtgevers en bieden daardoor de vrijheid om kritische vragen te stellen, nieuwe ideeën te testen en alternatieve toekomsten te verbeelden. Het zijn ongevraagde, onafhankelijke en vaak culturele initiatieven. Ze versterken de eigen praktijk en dragen bij aan de ontwikkeling van de sector en aan bredere maatschappelijke debatten.

Net zoals in de architectuursector ontwikkelen ook veel designers parallelle praktijken. Ook designers manieren om tijd en ruimte te maken voor projecten die verder gaan dan louter marktgedreven werk. Denk aan experimenten rond duurzaamheid, inclusiviteit, circulair ontwerp of sociaal-maatschappelijke vraagstukken. Vaak vraagt dit om eigen investeringen voor onderzoek of reflectie, maar subsidies en steun via het Kunstendecreet kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Uit het onderzoek blijkt dat zulke ondersteuning essentiële ademruimte biedt om experiment en innovatie mogelijk te maken.

Het rapport “De parallelle praktijk als voedingsbodem voor de architectuursector in Vlaanderen” is daarom ook bijzonder relevant voor designers. Het biedt inzichten in hoe parallelle praktijken worden georganiseerd, welke kansen en uitdagingen eraan verbonden zijn, en hoe beleid en subsidies hierop kunnen inspelen.

Lees hier het volledige onderzoek en ontdek hoe designers net als architecten hun parallelle praktijken kunnen inzetten om hun discipline én de samenleving te vernieuwen.